Nieuws
Foto's
Artikelen
Componenten
Applicaties
Kleinkunst

Kleinkunst: Ballade van de kritikaster

Ballade van de kritikaster (Arjaun, tekst: Walter Evenepoel, muziek: Wilfrid Moonen)

Hij zat vergeefs al vele jaren in een hoek wat akkoordjes te proberen uit een boek. Verloren moeite, niet het minste resultaat, geen gevoel voor harmoniën of voor maat. Toen wou hij schrijven, maar de muzen kwamen niet, de grote inval bleef nog weg tot zijn verdriet. Er was onzetting, maar vooral ontgoocheling toen hij besefte dat ook schilderen niet ging. Hij sloeg ten slotte zijn gitaar tegen de muur, wierp al zijn dichtsels en zijn schetsen in het vuur. Hij sloot zich op in jamoezie en zelfbeklag tot hij een uitlaat voor zijn ongenoegen zag: hij werd benaderd door een kerel van de krant want zijn streekredactie was onderbemand. Als een bezetene ging hij toen aan de slag, misschien zat er wel meer in op een dag... Hij had op het gepast’ moment de goede vriend, had zich met de juiste lidkaart aangediend. En bovendien kwam net dat plaatsje vrij. Hij kreeg daarbij de volle steun van de partij. Hij vleide zich behaaglijk in zijn stoel en stelde zich voortaan één enkel doel: zich wreken op de getalenteerde kliek die wél iets had bereikt bij het publiek. Hij spuwde gal, hij trapte driftig in het rond, hij boorde oordeelkundig alles in de grond. Grote talenten heeft hij zo totaal verguisd al wat hij schreef was overtrokken en onjuist. En hij kreeg macht, ‘t ultieme wapen voor misbruik, schrijvers en schilders kropen voor hem op hun buik Wat hij orakelde werd prompt aanzien als wet, hij werd de trendzetter, de “God van de gazet”! De kritikaster, recensent, hij is een plaag, (wie hem niet vleit, geeft hij gewoon de volle laag) die zijn frustraties als een wetenschap verkoopt en onbeschaamd over artiestenlijken loopt. Prince, leg ‘t zwijgen op, vernietig het gebroed dat ons dicteert wat zou verkeerd zijn en wat goed. Laat iedereen zijn eigen mening en daarbij, wie zei ook weer: “de gedachten, die zijn vrij!”.